Directory

(PDF) EPOS 2

EPOS 2

2024, Verzamelde Gedichten III

Poëzie is een aandoening waarmee ik ben behept, een geschenk van de Muzen, een reddingsboei, een verslaving, een vorm van dwangarbeid, een briefwisseling met bewonderde voorgangers, een psychoanalyse van de cultuur in verzen. Het resultaat is outsider art, geen uitgeverspoëzie, een poëziepark (een visionary environment), een taalterp of schuilkerk. De gedichten (vaak sonnetten) zijn klassiek van vorm, doen verslag van reizen door de ruimtetijd, naar andere tijdperken, streken en continenten, roepen vervlogen werelden tot leven: poëzie als archeologie, filosofie met literaire middelen. Neo-maniërisme is een erudiete stijl, in gesprek met papieren vrienden, een tegendraadse herontdekking van poëtische vormen. Ik kruiste het pad van dichters, wetenschappers, kunstenaars en componisten, en ontmoette de Walkure. Bij elkaar opgeteld, betreft het om en nabij de duizend–en–één gedichten. Het is geestelijke poëzie, met wereldlijke momenten. Dramatische poëzie: dramatische monologen, de ik–persoon vertolkt een gesitueerde ervaring, met lyrische momenten. Het sonnet is een dialectische dichtvorm, van beginmoment via negatie (het andere, de scheiding), naar de negatie van de negatie (de concrete verzoening). Een dialectische wordingsgeschiedenis tekent zich in de gedichten af. Het begin is introspectieve archeologie: afdalen of terugkeren naar het begin (Nondum). Vervolgens vangt een zwerf– of pelgrimstocht aan (Een liefde, Carpe diem), die in het teken staat van de ervaring van het nog niet. De negatie van de negatie realiseert het concrete positieve resultaat op een hoger plateau. De Walkure bestaat (Entropie, Epos) en de kwaliteit van de poëzie neemt toe, van de naïviteit van het begin naar de voldragen ambachtelijkheid van de latere bundels. ISBN: 9798879277463